ProProf Magazine nummer 16
De zomervakantie zit er voor de meeste mensen in het voetbal alweer op. De spelers zijn al een aantal weken met de voorbereiding bezig en op het moment dat dit ProProf Magazine verschijnt, is de eerste wedstrijd om het ‘echie’ ook alweer gespeeld. De afgelopen zomerperiode hebben verschillende spelers weer een nieuwe club gevonden. De meest opmerkelijke transfers vonden plaats bij Feyenoord waar vier Nederlandse (oud)internationals aantraden om deze club weer nieuw elan te geven. Feyenoord wist niet alleen overeenstemming met de betreffende spelers te bereiken, maar ook met de voormalige werkgevers van deze voetballers. Dit is niet zo vanzelfsprekend als het lijkt. Vaak wil een club een speler aan zijn contract houden om haar sportieve ambities te kunnen blijven waarmaken. Of ze wil een hogere transfersom ontvangen dan een nieuwe club biedt. Als de speler dan toch perse naar een nieuwe club wil, ontstaat er een patstelling. Deze kan doorbroken worden door de arbitragecommissie van de KNVB te vragen de arbeidsovereenkomst te ontbinden. Het uitgangspunt van de arbitragecommissie bij zo’n verzoek is dat contracten dienen te worden nagekomen. Anders gezegd: een man een man, een woord een woord. Alleen als zich zeer bijzondere omstandigheden voordoen kan een contract tussentijds worden ontbonden. Deze bijzondere omstandigheden kunnen zijn financiële positieverbetering, sportieve positieverbetering en een verstoorde arbeidsrelatie. De arbitragecommissie verwerpt meestal de financiële positieverbetering met de opmerking dat de betreffende contractspeler bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst akkoord ging met het aangeboden salaris en dat het als bekend verondersteld wordt dat andere clubs belangstelling kunnen krijgen en hogere salarissen kunnen betalen. De sportieve positieverbetering is volgens mij voor de speler het belangrijkste en doorslaggevende argument. Zo oordeelde de commissie in de zaak Hofstede/VVV dat spelen op eredivisieniveau een aanmerkelijk sportieve verbetering oplevert. Voor wat betreft de verstoorde arbeidsrelatie geldt dat deze duurzaam verstoord moet zijn. Meestal is dit argument niet overtuigend en niet meer dan een aanvullend argument. De afgelopen dertig jaar hebben ongeveer tien voetballers zich tot de arbitragecommissie gewend met het verzoek om hun contract te ontbinden om een transfer naar een andere club te maken. De bekendste zijn Johan Neeskens, de gebroeders De Boer en Arthur Numan. Gemiddeld wordt dus eens in de drie jaar de arbitragecommissie ingeschakeld. In de afgelopen periode hebben Tim Bakens en Louis Suarez de arbitragecommissie verzocht hun contract te ontbinden. Inmiddels heeft een aantal spelers gedreigd om nog deze maand hetzelfde te doen als hun huidige club niet wil meewerken aan een transfer. Of deze woorden worden omgezet in daden is nog maar de vraag. Maar als deze trend doorzet belooft het, ondanks het slechte zomerweer, toch nog een hete zomer worden!!