ProProf Magazine Nummer 43
De tijd tussen kerst en oud en nieuw is traditioneel een mooie tijd voor bezinning. 2016 was een bewogen voetbaljaar. Ik denk aan de Twente- soap, een EK zonder Oranje, de bestuurlijke crisis bij de KNVB, de kunstgrasdiscussie en het rapport ‘Winnaars van morgen’. Bovendien overleed Johan Cruijff, de beste voet- baller die dit land heeft gekend.
De kwestie FC Twente kwam in het voorjaar tot een kookpunt. De licentie- commissie van de KNVB oordeelde dat er bij de club in Enschede fraude was gepleegd. En wel op een schaal die nog niet eerder in de historie van het Nederlandse voetbal had plaats- gevonden. Als straf zou de licentie worden ontnomen maar vanwege goed gedrag van de nieuwe bestuurders werd ook een nieuwe licentie verstrekt voor spelen in de Eerste divisie.
Wat volgde was een hoop commotie en vele rechtszaken, een scenario voor een slechte B-film. FC Twente daagde de KNVB voor de burgerrechter maar kreeg hier geen gelijk. Hoger beroep bij de licentiecommissie van de KNVB leverde FC Twente wel de volle winst op. Vervolgens ging De Graafschap naar de kantonrechter omdat de club van mening was dat zij, ondanks degradatie, recht had op de Eredivisie-plek van Twente.
FC Twente heeft inmiddels de sportieve rug gerecht maar eind 2016 zit een andere traditieclub in de problemen. ADO Den Haag stapte naar de Ondernemingskamer omdat Chinese eigenaar Wang haar aan de rand van de afgrond heeft gebracht. De rechter stelde ADO in het gelijk en zette Wang op een zijspoor. Hopelijk is er nu voldoende perspectief om ADO er weer bovenop te krijgen.
Ik denk dat de Twente-soap ook heeft geleid tot de bestuurlijke crisis bij de betaald voetbaltak van de KNVB. Directeur Bert van Oostveen kreeg – in mijn ogen volledig onte- recht – veel kritiek op het Twente- dossier. Het leek wel alsof hij degene was die door frauduleus handelen de club aan de rand van afgrond had ge- bracht. De slechte prestaties en de vele wisselingen in de staf van Oranje deden zijn zaak geen goed. Bert van Oostveen besloot terug te treden. Daarna ontstond er een chaotische situatie in het doorgaans rustige Zeist. De Raad van Commissarissen (RvC) van de KNVB benoemde een nieuwe directeur. De clubs zegden het vertrouwen in de RvC op. De RVC trad bijna voltallig af. De benoeming van de nieuwe directeur werd ‘on hold’ gezet en als klap op de vuurpijl steunde het betaald voetbal de her- verkiezing van Michael van Praag als bondsvoorzitter niet, door zich in grote getalen van stemmen te ont- houden. De KNVB oogde als een or- kest zonder dirigent.
Ik ga er vanuit dat er in 2017 weer een krachtige KNVB staat, die het voortouw neemt in onderwerpen die ons voetbal vooruit helpen. De KNVB onderzoekt op dit moment een nieuwe competitieopzet in het betaald voetbal. De insteek is de weerstand in de competitie te verhogen en hiermee de kwaliteit van de spelers een impuls te geven. Uiteindelijk doel is dat onze clubs in Europa beter presteren en dat Nederland weer hoger op de Europese ranglijst komt.
Hierbij speelt in mijn ogen ook de kunstgrasdiscussie een rol. Ik heb het dan niet over de mogelijk schadelijke gevolgen van rubberkorrels, maar over spelen op kunstgras in het betaald voetbal. Elke speler of oud- speler die je het vraagt, vertelt dat het spelen op kunstgras een ander soort spelletje is. Het wordt lastig de achterstand op andere landen te verkleinen, omdat er in de ons omrin- gende landen nauwelijks op kunst- gras wordt gespeeld. Sommige spelers mijden Nederland zelfs vanwege het kunstgras. Vanaf deze plek deed ik jaren geleden al een oproep voor een weerstandsfonds om armlastige clubs te compenseren bij de ombouw van kunstgras naar echt gras. Het zou mooi zijn als clubs en de KNVB elkaar in ieder geval op dat vlak vinden in 2017.