Sociale partners: toenemende aandacht voor loopbaan na voetbalcarrière
Profvoetballers zijn zich steeds bewuster van de eindigheid van hun carrière. Spelersvakbonden spelen een grote rol in het stimuleren van de voetballers om zich te oriënteren op de arbeidsmarkt en ook betaald voetbalorganisaties besteden aandacht aan opleiding en ontwikkeling tijdens de jeugdopleiding. Het is een belangrijke ontwikkeling, want de gemiddelde werkloosheid onder oud-profvoetballers ligt hoger dan de gemiddelde werkloosheid onder de Nederlandse beroepsbevolking. Ruim een kwart van de voetballers heeft meer dan een jaar nodig om een eerste baan te krijgen na de voetbalcarrière.
Dit blijkt uit een onderzoek dat adviesbureau Berenschot gehouden heeft onder 241 (oud-) profvoetballers. De vragenlijst is verstuurd naar 1154 profvoetballers en 1429 oud-profvoetballers. De sociale partners in het betaald voetbal, de werkgeversvereniging FBO en de spelersvakbonden VVCS en ProProf, hebben zich gezamenlijk gecommitteerd aan het bevorderen van activiteiten voor profvoetballers ter voorbereiding op een toekomstige maatschappelijke loopbaan. Om daar op een goede wijze invulling aan te geven, hebben zij Berenschot gevraagd om onderzoek te doen naar bewustwording, ontwikkelactiviteiten en toetreding tot de arbeidsmarkt.
De profvoetballers geven aan dat ze nog meer stimulering verwachten, ondanks ook de eigen verantwoordelijkheid voor ontwikkeling naast het voetbal. Een kwart van de profvoetballers zegt belemmeringen te ervaren bij de voorbereiding op een maatschappelijke loopbaan. Dit heeft enerzijds te maken met gebrek aan tijd en motivatie, maar anderzijds ook met weinig begrip en begeleiding vanuit de club en passende opleidingsmogelijkheden. Een derde van de oud-profvoetballers geeft achteraf aan deze belemmeringen te hebben ervaren. Ongeveer de helft van de voetballers bereiden zich tijdens de voetbalcarrière al voor op een maatschappelijke loopbaan. De voetballers blijven het liefst werkzaam in de sportbranche, maar in de praktijk starten de meesten in de handels-, transport- en dienstverleningsbranche.